Kraaijkamp Laswerk houdt zich, zoals de naam al zegt, bezig met lassen en metaalbewerking.Wij zijn gespecialiseerd in het bewerken en lassen van aluminium, roestvrijstaal (rvs) en staal. Hier passen wij de lasprocessen MIG/MAG en MMA op toe.
Tussen deze processen zitten verschillen. Deze verschillen proberen wij op deze pagina zo goed mogelijk uiteen te zetten voor u, zodat u een weloverwogen keuze kan maken voor uw product. Komt u er niet uit? Neem dan contact met ons op, zodat wij u verder kunnen helpen. U kunt ook het contactformulier onderaan de pagina hiervoor invullen.
Tussen lassen volgens het MIG-proces en het MAG-proces zit relatief weinig verschil. Het verschil tussen MIG en MAG lassen zit hem in het type beschermgas.
MIG staat voor Metal Inert Gas. Inert gas reageert niet actief met het smeltbad. Inert gas is bijvoorbeeld argon of een mengsel van argon met waterstofgas en helium. De MIG-lastechniek wordt ingezet als een chemische reactie niet gewenst is.
MAG staat voor Metal Active Gas. Hierbij wordt bijvoorbeeld koolstofdioxide, ook wel CO² genoemd. Bij actief gas wordt er wel gereageerd op het smeltbad.
Bij zowel de MIG-lastechniek als de MAG-lastechniek wordt tijdens het lassen continu mechanisch een draad aangevoerd. De lasdraad wordt door een lastoorts aangevoerd, waardoor de lasser een las kan leggen. Tijdens het lassen ontstaat een plasmaboog. De draad hierin dient als elektrode en smelt af. Hierdoor doet het direct dienst als toevoegmateriaal.
MMA lassen is weer een ander verhaal. Dit wordt ook wel elektrodelassen genoemd. MMA staat voor Manual Metal Arc, in Nederland onder de lassers beter bekend als niet-geautomatiseerd metaalbooglassen.
Bij deze lasmethode brandt de elektrische vlamboog tussen het werkstuk en een afsmeltende elektrode. Deze elektrode levert tegelijkertijd het extra materiaal. De elektrode, die bekleed is, wordt in een elektrodehouder gespannen en door de lasser naar de te lassen naad gebracht. De elektrode die hierbij gebruikt wordt is een staafelektrode. Deze bezitten over het algemeen namelijk bekleding. De bekleding smelt af en beschermt door de vrijkomende gassen als slak het smeltbad en de vlamboog tegen het toetreden van buitenlucht.
Voor MMA-lassen worden vaak inverter lasapparaten gebruikt. Een voordeel hiervan is dat met beklede elektroden bijna alle lasbare materialen gelast kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan buitenstaan, constructiestaal, edelstaal, ketelstaal, gegoten staal en nog veel meer.
Tot slot lassen wij ook volgens het TIG-lasproces. TIG staat voor Tungsten Inert Gas. Tungsten is de Engelse benaming voor wolfraam en inert gas is het edelgas dat gebruikt wordt voor het lassen volgens het TIG-principe.
Bij het TIG lassen wordt er gewerkt met een niet-afsmeltende elektrode. Deze elektrode is gemaakt van wolfraam. Met behulp van een speciaal TIG lasapparaat creëer je een vlamboog. Dit doe je door met één hand de elektrode over het metaal te bewegen. Vervolgens breng je met je andere hand het toevoegmateriaal in het smeltbad aan.
Tijdens dit proces wordt er een inert gas toegevoegd. Hier wordt voornamelijk argon voor gebruikt, maar het kan ook zijn dat er een ander gas wordt gebruikt. Dit gas zorgt ervoor dat het smeltbad beschermd blijft voor invloeden van buitenaf.
Dit gehele proces zorgt ervoor dat er een mooie en strakke las op het materiaal ontstaat, waarbij er geen sprake is van verbrandingsresten.
